Tip 1 Monteer tijdig je winterbanden

Met winterbanden heb je meer grip op een koud, beijzeld of besneeuwd wegdek

Extra tip: laat de winterbanden monteren voordat de échte koude toeslaat. Daarmee vermijd je onnodige wachttijden

Tip 2 Houd afstand

Houd meer afstand met je voorligger dan normaal

Bomen of seconden tellen kunnen helpen maar probeer ervoor te zorgen dat je voldoende ruimte hebt om een botsing te voorkomen bij het remmen. De remweg is namelijk aanzienlijk langer op een koud, nat, ijzig of besneeuwd wegdek.

Ook met winter- of vierseizoensbanden hou je best rekening met de langere remweg op een nat, beijzeld of besneeuwd wegdek. Je hebt dus altijd meer meters nodig om op tijd te stoppen.

Tip 3 verzorg je rijstijl

Rij rustig

Voorkom dat je hard en bruusk moet remmen, gas geven, sturen of schakelen

Tip 4 Rij trager

Dit is de logica zelf: matig je snelheid

Om veiliger op natte en besneeuwde wegen te rijden en te remmen verminder je het risico op ongevallen als je trager rijdt

Tip 5 Maak je ruiten proper

Doe dit voor je vertrekt

Gebruik daarvoor een ijskrabber, niet je ruitenwissers

Veeg alle ruiten schoon, ook de zijruiten en de achterruit

Denk ook aan de buitenspiegels en de lichten

Tip 6 Blijf rustig als je slipt

1. Laat het gaspedaal los, rem niet en maak geen bruuske stuurbeweging
2. Kijk in de richting waar je naartoe wilt en stuur lichtjes bij
3. Zodra de banden weer grip hebben rijd je dan vanzelf in de juiste richting

Tip 7 Een winterpakket in je wagen

• muts, sjaal en handschoenen
• een zaklamp, of hoofdlamp (vergeet de batterijen niet)
• een ijskrabber
• een dekentje
• eventueel een reserve jas, sokken en schoenen